Waarom je beter een andere vraag kunt stellen dan een waaromvraag

12 november 2021

- door Sandra van Scheijndel 

Regelmatig komen ze voorbij in mijn sessies, de waaromvragen. Meestal niet van mijn kant, maar van de client aan zichzelf. Nachten liggen ze ervan wakker:

  • Waarom lukt het me niet om te stoppen met snoepen?
  • Waarom doet mijn ex steeds zo lelijk tegen mij?
  • Waarom voelde ik me vandaag zo rot terwijl het de hele week zo goed ging?
  • Waarom zit ik de hele middag te Netflixen terwijl ik eigenlijk moet studeren voor mijn tentamen?

De laatste jaren merk ik dat ik een beetje allergisch ben geworden voor die waaromvragen. Gek eigenlijk, want juist het waarom van menselijk gedrag is de reden dat ik ooit psychologie ging studeren! Ik wilde weten waarom, zodat ik mensen kon begrijpen en ze daarmee zou kunnen helpen.

Ik denk dat mijn allergie is begonnen toen ik een paar jaar geleden in het vliegtuig zat, schuin achter een moeder die alleen reisde met haar drukke peuterzoontje. Om hem bezig te houden, gaf ze hem haar bril om mee te spelen. Binnen no-time probeerde het jochie om het tafeltje in tweeën te slaan met de bril. Moeder pakte de bril af en begon een goed gesprek met haar driejarige. “Waarom doe je dat nou Max?” 

Dit moment illustreert voor mij precies wat er vaak mis gaat met de waaromvraag: 

1. Er klinkt een verwijt in, en verwijten zijn zelden stimulerend om te veranderen

Bedenk maar eens wat er met je gebeurt als iemand tegen je zegt: waarom doe jij niet gewoon gezellig vandaag? Ik zou daar in elk geval nog chagrijniger van worden ;-)

2. Het is vragen naar de bekende weg, “zo is het leven nu eenmaal” 

Wat had je nu eigenlijk verwacht? Een bril is toch ook geen speelgoed voor een 3-jarige? En snoepen is lekkerder dan sla, Netflixen is leuker dan studeren, exen zijn over het algemeen vervelend, en gevoel gaat altijd met ups en downs. 

3. Het antwoord helpt niet om een oplossing te vinden voor het probleem

Vragen waarom gaat niet helpen om de bril weer te repareren, het leed is al geschied.

 

Kijk nu nog eens naar de vragen die in mijn sessies voorbij kwamen. Helpen deze vragen om naar een oplossing toe te komen? Stel in plaats daarvan eens de vraag: Wat zou je nu echt willen? Of hoe kan je dit veranderen?

Als ik deze vragen zou ombuigen naar meer behulpzame, realistische en minder verwijtende vragen, zouden we uitkomen op:

  • Hoe kan ik werken aan een gezonder eetpatroon met minder snoep? Wat zou de eerste stap daarin zijn? Hoe kan ik omgaan met momenten dat ik lekkere trek heb?
  • Mijn ex zal niet veranderen (daarom zijn we ook uit elkaar), maar hoe zorg ik ervoor dat het mij niet meer zo raakt? Hoe kan ik me erop in stellen en er anders mee omgaan?
  • Wat kan ik doen om goed voor mezelf te zorgen op een dag dat ik me (zonder aanwijsbare reden) slecht voel? Hoe zorg ik dat ik in elk geval niet nog dieper in de put raak?
  • Hoe kan ik werken aan mijn uitstelgedrag, en op zijn minst het noodzakelijke huiswerk doen? Hoe kan ik mezelf belonen voor kleine overwinningen?

Het doorbreken van negatieve gedachtepatronen is een belangrijk onderdeel van therapie. Als het lukt om jezelf te betrappen op verwijtende waaromvragen, en deze om te buigen naar meer behulpzame vragen, heb je een heel belangrijke stap gezet!

foto: Pixabay

Meer artikelen